De fietspaden van het Julianakanaal

De situatie en de gebeurtenissen van 2003 tot 2007.

Een van onze grote acties op onderhoudsgebied betreft de fietspaden van het Julianakanaal. De rijksoverheid is eigenaar van kanaal en jaagpaden. Het beheer van deze paden is in handen van Rijkswaterstaat Directie Limburg. De fietsbelangen zijn liggen primair op lokaal en regionaal niveau en moeten vooral door gemeenten en provincie worden behartigd. Het grote aantal partijen en de verschillende belangen vormt een complexe toestand die ook elders in Nederland veel voorkomt. De jaagpaden van het Julianakanaal worden door Rijkswaterstaat niet onderhouden en een groot deel ervan is inmiddels in een zeer vervallen staat.

Het Julianakanaal is aangelegd in de jaren ’30 van de twintigste eeuw. Het 31 kilometer lange kanaal tussen Maastricht en Maasbracht ligt met relatief hoge dijken in het Maasdal. Op de dijken is met betonnen elementen een smal inspectiefietspad aangelegd. Dit fietspad is al vanaf het begin ook als openbaar fietspad gebruikt en staat als zodanig ook op oude kaarten aangegeven.

De omgeving bestaat hoofdzakelijk uit aantrekkelijk landbouwgebied met een groot aantal dorpskernen in de nabije omgeving (als Borgharen, Itteren, Bunde, Geulle, Elsloo, Stein, Urmond, Born, Grevenbicht, Roosteren, Echt, Stevensweert). De fietspaden vormen een snelle (directe) en aangename (autovrije) verbinding tussen Zuid- en Midden-Limburg. Voordat ik kinderen had heb ik er zelf vaak gebruik van gemaakt voor familiebezoek in de omgeving van Roermond (enkele reis ruim 50 km): m.a.w. voor sociaal-recreatieve verplaatsingen.

Een gedeelte van de fietspaden is onderdeel van de LF3 en daarvoor verbreed en geasfalteerd.

Het gedeelte tussen Maastricht en Itteren is eind 2003 door de gemeente Maastricht (N.B.!) verbreed en geasfalteerd. Alle andere paden zijn in zeer slechte staat: te smal, zeer ongelijk en zelfs overwoekerd door onkruid.

Vanwege de slechte staat zijn in januari 2004 gedeeltes zelfs gesloten verklaard, wat tot woedende reacties van fietsers heeft geleid. Rijkswaterstaat Directie Limburg verdedigt haar aanpak al sinds jaren met het standpunt dat het inspectiepaden en geen openbare fietspaden betreft en dat het geen geld heeft voor onderhoud.

Afsluiten in plaats van onderhouden getuigt van desinteresse voor deze lange-afstandspaden bij name het rijk.

Acties van afdeling Maastricht

Vóór 2003:

We hebben door de jaren heen regelmatig aandacht besteed aan deze fietspaden, bijvoorbeeld met een klacht bij Rijkswaterstaat, in het overleg met de gemeente Maastricht, in ons afdelingsblad, op de website en in de regionale pers.

2003:

Naar aanleiding van klachten uit Stein staan we in april over dit onderwerp in het Limburgs Dagblad (‘Balanceren langs het Julianakanaal’). De gemeente Stein reserveert vervolgens 50.000 euro voor als bijdrage voor verbeteringen, maar Rijkswaterstaat neemt daartoe geen initiatief en verbetering blijft uit.

In Maastricht komen wel verbeteringen tot stand. Met name de druk van bewonersorganisaties in Itteren en Borgharen heeft ertoe geleid dat de gemeente Maastricht een plan maakt voor de verbetering van de fietspaden op haar grondgebied. Rijkswaterstaat is ook hier een tegenstribbelende partner. Zelfs bizarre argumenten als een bouwverbod in het winterbed van de Maas brengt zij in. Uiteindelijk moet Rijkswaterstaat toch meewerken en de verbetering van 1,5 km fietspad tussen Maastricht en Itteren wordt in december afgerond.

2004:

In januari, dus vlak na bovenstaande verbetering, worden iets verderop de fietspaden door Rijkswaterstaat gesloten verklaard. Ook worden er opeens borden geplaatst met ‘eigen weg, gevaarlijk pad’. In publicaties stellen we dit aan de kaak.

In het voorjaar voert het rijk een inspraakprocedure over de verbredingswijze van een gedeelte van het kanaal. Een telefoontje met de projectleider maakt duidelijk dat als verbreding doorgaat er een breed pad op de nieuwe dijk komt om inspectie per auto mogelijk te maken. Echter, verbreding zal zeker niet vóór 2010 plaatsvinden en het betreft slechts een kwart van de totale lengte van de paden. We willen niet 6 jaar wachten en besluiten tot verdere actie.

Wij hebben toen het fietsbelang goed beschreven, overlegd met de afdelingen Westelijke Mijnstreek en Midden-Limburg en in juni 2004 gestuurd naar projectdirectie De Maaswerken en RWS Dienstkring Maastricht-Maas. Met afschriften aan een groot aantal partijen: Provincie Limburg, 7 gemeenten, het Landelijk Fietsplatform en de pers. Een radio-interview bij L1 volgt. Van de eerste adressanten (het rijk) horen wij niets. Maar de Provincie meldt dat de gemeenten, provincie en Rijkswaterstaat afspraken hebben gemaakt. Namelijk om te inventariseren welke stukken in slechte staat verkeren, welke gedeelten in gebruik zijn als toeristische route en wat de gemeentelijke wensen zijn. Rijkswaterstaat zal kennelijjk meewerken aan een opknapbeurt als de gemeenten en provincie het betalen. En er wordt beloofd dat we binnen enkele maanden informatie krijgen over oplossingen. Positief is dat er schot in de zaak komt, maar negatief dat een verbetering van het volledige tracé lijkt te worden afgehouden.

2005:

Inmiddels zijn we bijna een jaar verder. De partijen hebben pas in maart overleg gevoerd over de oplossingen. Dit hoorden we pas na een telefoontje naar de betrokken ambtenaar van de provincie. De stand van zaken: De kostenberekening loopt op tot maximaal 1.3 euro. Maar slechts drie gemeenten (Meerssen, Stein en Sittard-Geleen) vinden de jaagpaden van dusdanig belang dat ze erin willen investeren, met name in die gedeelten die onderdeel zijn van recreatieve verbindingen. Van de Provincie hoeven we ook geen geld te verwachten: die wil zich richten op fietsverbindingen met hogere intensiteit. Het Rijk wil tot onze verrassing wel investeren, er zijn onderhoudsgelden, alleen moeten de prioriteiten anders worden gelegd om ze nu in te zetten. De mogelijkheid daarvoor wordt momenteel onderzocht. Dat kan enkele maanden duren.

Het is teleurstellend dat er geen plan in zicht is voor de opknapbeurt over het volledige tracé, waarmee dus een snelle (directe) fietsverbinding tussen Zuid- en Midden-Limburg in stand zou kunnen blijven. De Provincie probeert verantwoordelijkheid te ontlopen door te stellen dat het Rijk de eigenaar is en de gemeenten de belanghebbenden. De Provincie zegt alleen een regisseursrol op zich te hebben genomen (de partijen bij elkaar brengen).

2006:

Wij hebben geen acties meer ondernomen. De overheid kennelijk ook niet, althans er heeft geen constructieve verbetering plaatsgevonden. In oktober 2006 verkeert het westelijke jaagpad tussen Geulle en Bunde in de volgende staat van vergaand verval:

Onze conclusies in 2005

Procesmatig:

  • De communicatie met Rijkswaterstaat Dienstkring Maastricht-Maas is zeer formeel en afstandelijk. Men wilde kennelijk geen probleemeigenaar worden en dacht niet mee.
  • De rijksoverheid heeft kennelijk weinig verantwoordelijkheidsgevoel en budgetten voor fietsvoorzieningen langs en over rijksinfrastructuur.
  • Wij betwijfelen of de Provincie Limburg wel actief genoeg is voor het behoud en de aanleg van regionale fietsinfrastructuur.
  •  Van alle overheden zijn de gemeenten het meest actief voor de fiets, dit leidt bij het Julianakanaal tot versnipperde maatregelen.
  •  Overheden wachtten teveel op elkaar. De Fietsersbond was aanjager. Tenminste 1 gemeente heeft onze actie gebruikt om andere overheden onder druk te zetten.
  • Als projecten gaan lopen, wordt terugkoppeling naar de Fietsersbond wel eens vergeten. Het grote aantal betrokken partijen maakt het onduidelijk wie onze aanspreekpartner is.
  • Deze actie werd op ad hoc basis uitgevoerd door de afdeling Maastricht, maar zou eigenlijk door een provinciale vertegenwoordiging van de Fietsersbond moeten worden uitgevoerd.

Inhoudelijk:

  • Het geven van prioriteit op basis van de hoogste intensiteit kan bij provinciale fietsroutes slecht uitpakken voor fietsroutes tussen regio’s (lange-afstandsfietsroutes). Deze snelle (directe) lange-afstandsfietsroutes zijn een waarde op zichzelf die wellicht uit specifieke budgetten zouden moeten worden gefinancierd.
  •  Fietsvoorzieningen bij grote infrastructuur zijn een bijzaak t.o.v. het doel van die grote infra (zowel bij ontwikkeling als bij onderhoud). Dat leidt gemakkelijk tot te weinig aandacht voor deze bijkomende voorzieningen.

Laatste nieuws

Ons landelijk ledenblad de Vogelvrije Fietser heeft in april 2007 ontdekt dat er een klein beetje beweging zit in de zaak. Rijkswaterstaat gaat een beleid voeren om recreatief medegebruik te bevorderen. Kennelijk waait er onder leiding van een nieuw hoofd van de Dienstkring Maastricht-Maas een andere wind bij Rijkswaterstaat. De fractie van D’66 in de Provinciale Staten pakt het onderwerp ook op. En er is weer overleg tussen Rijkswaterstaat, Provincie en gemeenten.

Zie verder het artikel ‘De Julianakanaalsage’.

Laurent Theunissen, bewerkt 31-5-2007