Barrières in Maastricht
Wat zijn de grootste ruimtelijke belemmeringen voor fietsverkeer in Maastricht?
Barrières veroorzaken omrijden, hinder, onveilige situaties, onaantrekkelijkheid, gebrek aan samenhang of, en meestal, een combinatie daarvan. Aanpak van barrières kan bijdragen aan meer veiligheid, betere beleving en hoger fietsgebruik.
De Maas, de A2 en het spoor zijn de barrières in Maastricht waar in het fietsbeleid veel aandacht voor is. Voor andere grote barrières in Maastricht is het beleid minder helder.
Dit zijn de barrières die wij in Maastricht waarnemen:
1. De Maas
2. Het spoor
3. De A2
4. Het kernwinkelgebied
5. Industriegebied Maastricht Noord
6. De noordelijke randweg
7. De zuidelijke randweg
8. De westelijke stadsrand
Hieronder nadere uitleg:
1. Maas
Ondanks vijf bruggen voor fietsers is de Maas toch nog een barrière voor fietsverplaatsingen in Maastricht. Een van de oorzaken zijn de beperkingen van de verbindingen over die bruggen.
De Maas geeft licht, lucht en ruimte in de stad, maar splijt Maastricht ook in tweeën.
De Sint Servaasbrug en de Wilhelminabrug trekken beide grote aantallen fietsers. Beide bruggen is grenzen aan het kernwinkelgebied wat de bereikbaarheid ervan vermindert. Natuurlijk is dat wel positief als het kernwinkelgebied de bestemming is.
Sportfietsers zie je er zelden, in de hele binnenstad van Maastricht zijn ze trouwens opvallend afwezig vergeleken met het heuvelland.
De andere drie bruggen in Maastricht en de pontjes in de regio hebben ook specifieke kwaliteiten en tekortkomingen. Onze website heeft daarom een aparte pagina over de bruggen over de Maas in Maastricht.
Ten noorden van de Noorderbrug is de volgende Maasovergang het pontje Uickhoven-Geulle dat alleen in de zomermaanden vaart.
Ten zuiden van de Kennedybrug is de volgende vaste maaskruising pas 10 kilometer verder, bij de stuw van Lixhe. Aangenamer en veiliger is het fiets/voetveer tussen Eijsden en Lanaye dat in mei 2004 in gebruik is genomen. Dat pontje vaart echter niet in de winter.
2. Het spoor
Tussen de Viaductweg en de Scharnertunnel ligt het enorme spoorwegemplacement. Het is maar liefst 1400 meter lang. Aan de noordkant daarvan kan langs de Viaductweg over het spoor worden gefietst: daar ligt een smal fietspad dicht langs de op de A2 na drukste weg van Maastricht (de weg is berekend op 80.000 mtv/dag). Aan de zuidkant worden de smalle en bochtige fietstunnels van de Scharnerweg door een flink deel van de fietsers vermeden. Vanwege sociale onveiligheid, gevaarlijke tegenfietsers en bromfietsers in de tunneltjes steken ze steken nog iets zuidelijker over, bij de spoorwegovergang. Erger is dat er ook Maastrichtenaren zijn die zich in deze omgeving dermate onveilig voelen dat ze per auto gaan als ze aan de andere kant van het spoor moeten zijn.
Noordelijker en zuidelijker liggen spoorviaducten waar opnieuw de fietsvoorzieningen te smal zijn. Zo moeten bij station Randwyck dagelijks veel scholieren en veel andere fietsers de rijbaan delen met bussen.
3. A2
Dat de weldadige Groene Loper in de plaats kwam van de binnenstedelijke A2 is een zegen voor Maastricht. Toch had Maastricht binnen de gemeentegrenzen 13 kruisingen met de A2 en helder doorlopende fietsroutes.
Aan de rand van de stad was de maaswijdte vooral bij Amby groot: tussen de tunnel bij Nazareth en het viaduct bij Rothem (1750 meter) was geen verbinding naar het westen. Daar is nu viaduct Wielerbaan bijgekomen, maar dat wordt niet zoveel gebruikt. Belangrijker voor stedelijke verplaatsingen en veel meer gebruikt is de al veel langer bestaande tunnel in de Severenstraat. Maar daar zijn de fietsvoorzieningen veel te smal en is het lawaai van gemotoriseerd verkeer angstaanjagend. Dit probleem heeft het A2-project niet opgelost.
Aan de zuidkant van de stad ontbreken nog steeds fietspaden omdat de viaducten, die een geheel vormen met de spoorviaducten, te smal zijn. Beschamend is het dat bij het A2 project het fietspad aan de noordkant van het Kennedytracé onnodig is onderbroken en fietsers in westelijke richting niet meer op het niveau van een snelfietsroute worden verder geleid.
4. Het kernwinkelgebied
In 1975 werd fietsen verboden in 20 aaneengesloten centraal gelegen straten van de binnenstad. Het instellen van voetgangersgebied gebeurde in het belang van Maastricht als bovenlokale winkelstad. Het voetgangersgebied is alleen al 500×400 meter. Met de straten en pleinen (Markt, Vrijthof, Onze Lieve Vrouweplein) er omheen trekt het enorm veel bezoekers van buiten Maastricht. Fietsers moeten er zo goed of zo kwaad als mogelijk omheen, maar er is geen officiële fietsring vastgesteld. De straten waar je mag fietsen zijn voor fietsers en voetgangers nauwelijks of niet te onderscheiden van de straten waar je niet mag fietsen. Ook eisen bussen en toeleveranciers er ruimte op. Op de randen van het voetgangersgebied worden ook om de haverklap evenementen gehouden waarbij de doorgang wordt gehinderd of zelfs geblokkeerd. Iedere vrijdag is er een grote weekmarkt.
’s Avonds na sluitingstijd is Maastricht een stuk fietsvriendelijker want dan krijgt de fietser ruimte en mag rechtstreeks door de binnenstad worden gefietst. De levendigheid maakt fietsen daar ’s avonds sociaal veilig. In 2023 werd de openstelling nog wat verder opgerekt tot 11 uur ’s ochtends, waarmee de eindtijd samenvalt met de sluiting voor vrachtvervoer.
5. Industriegebied Maastricht Noord
De noordkant van de stad is al van oudsher de plek waar de meeste industrie werd gevestigd. Dat begon al in de tijd van Petrus Regout in de binnenstad. Iets later kwamen ook fabrieken tussen en aan weerszijden van de uitwaaierende treinsporen. De industrievestigingen mochten doorgroeien in noordelijke richting tot bijna in Bunde. Inmiddels is een deel van de industrie verdwenen en zijn veel fietsroutes enigermate verbeterd. Bedrijventerrein Beatrixhaven en wijde omgeving (van de Borgharenweg tot aan de grens met de gemeente Meerssen) is echter nog steeds een gebied waar je als fietser liever niet komt. Want de fietspaden zijn niet compleet, er is heel veel zwaar vrachtverkeer, fietspaden en -stroken zijn smal en te dicht langs de rijbaan, fietsvoorzieningen worden verwaarloosd, oversteken zijn gevaarlijk en er zijn enkele stinkende bedrijven.
6. De noordelijke randweg
Hiermee wordt het hele auto-ontsluitingssysteem aan de noordkant van de stad bedoeld. Het is sterk verbonden met de hierboven genoemde barrière industriegebied Maastricht noord. De barrièrewerking wordt gevoeld bij de verkeerslichten op de Meerssenerweg, bij de keten van 3 oversteken tussen Franciscus Romanusweg en Limmel, op de Bosscherweg en zelfs bij de Capucijnenstraat. Autoverkeer heeft daar overal prioriteit boven de belangrijke radiale hoofdfietsroutes (hoofdfietsroutes naar of vanuit het centrum van de stad).
Verkeersplein Via Regia is het eindpunt van deze randweg en dit plein behoort ook tot een barrière omdat fietsers er ver moeten omrijden, de oversteken verkeersonveilig zijn en de omgeving sociaal onveilig (fietspaden en straten tussen bedrijfsgebouwen).
7. De zuidelijke randweg (N278)
Deze randweg maakt deel uit van het regionaal verbindend wegennet. Het Tongerseplein is het grootste knelpunt bij de oversteekbaarheid van deze weg. De bypass kan het toenemend aantal overstekende fietsers niet goed verwerken en de zichtbaarheid van de fietsers op de rotonde is matig. Bij de verkeerslichten zijn de wachttijden vaak lang, dat is vooral nadelig bij de Sint Hubertuslaan omdat daar veel fietsers oversteken. In Wolder is de verkeersonveiligheid een serieus probleem.
8. De noordwestelijke stadsrand
Van de oude stad en de westelijke buitenwijken zou je kunnen zeggen dat ze als het ware op “de Belgische oever” van de Maas liggen. De feitelijke rijksgrens ligt er cirkelvormig omheen. De aanleg van het Albertkanaal parallel aan de rijksgrens en daarmee de doorsnijding van de meeste Romeinse en middeleeuwse paden, heeft Maastricht ook ruimtelijk van zijn oorspronkelijke achterland geïsoleerd. Bedreigingen namen toe met de bestemming watergebonden industrie voor de oevers van het Albertkanaal in het Ruimtelijk Structuurplan Vlaanderen. Bij Lanaken werd daarvoor een grensoverschrijdend plan gemaakt onder de naam Albertknoop.
Doordat Maastricht dit gebied lange tijd de rug toekeerde, zijn de fietsmogelijkheden van de bewoners van Malberg en (Oud) Caberg beperkt. Er is ook geen veilige autovrije fietsverbinding naar de vlakbij gelegen buurgemeente Lanaken. De Fietsersbond zag in 2005 maar liefst 42 mogelijkheden voor betere fietsvoorzieningen in de noordwestelijke stadsrand: zie ons dossier westrand.
In de periode 2009-2019 werd tussen Veldwezelt en Smeermaas een prachtig fietspad aangelegd ter compensatie van de fietsroute langs het Albertkanaal (de Industrieweg) die wordt afgegraven en omgezet naar industrieterrein. De Vlamingen hebben ook de weg naar Lanaken tot fietspad omgebouwd. Maar aan de Nederlandse kant gebeurde dat niet. De twee fietspaden kunnen vanuit de Maastrichtse wijken alleen over modderwegen bereikt worden. De fietsontsluiting van de omgeving van Maastricht west is dus nog steeds niet in orde.