Uitkomsten Fietsbalans-2

Voor de tweede keer in acht jaar heeft het landelijk bureau van de Fietsersbond in samenwerking met de gemeente en de plaatselijke afdeling het fietsklimaat in Maastricht onderzocht. De resultaten van het uitgebreide onderzoek, de Fietsbalans-2, zijn in juni bekend geworden. Opvallende uitkomst: het fietsgebruik in Maastricht is in de afgelopen jaren veel sterker gestegen dan elders in het land. Maar de tevredenheid van de fietsers en de kwaliteit van de fietsroutes is niet verbeterd.

Overigens blijft het fietsgebruik in Maastricht nog altijd beduidend achter bij het gemiddelde van de grote steden: 30% van de korte ritten (<7,5 km) wordt hier met de fiets afgelegd, terwijl het gemiddelde van de grote steden 5% hoger ligt. Echte fietssteden scoren veel beter: tegen de 50%. Anders dan stadsbewoners elders in het land kiezen de meeste Maastrichtenaren nog altijd vaker de auto dan de fiets voor korte ritten binnen de stad. En ze kiezen ook vaker dan elders in de grote steden voor brommer of scooter.

Kansen

En dat terwijl Maastricht als compacte stad met een hoge adressendichtheid uitstekend te ‘befietsen’ is. Dat was in 2000 al het geval, ten tijde van de eerste Fietsbalans, en dat is natuurlijk nog steeds zo. Ook in andere opzichten zijn de randvoorwaarden voor een hoger fietsgebruik in Maastricht niet ongunstig. Zo blijkt uit het nieuwe onderzoek dat fietsende Maastrichtenaren minder kans lopen op een ernstig verkeersongeval dan stedelingen elders in het land. En de concurrentiepositie van de fiets ten opzichte van de auto is verbeterd vergeleken met 2000 en scoort nu zelfs ‘zeer goed’: 91% van de bestemmingen in de stad blijkt sneller te bereiken met de fiets dan met de auto.

Analyse van dit laatste cijfer laat echter zien dat dit helaas niet te danken is aan een verbetering van de voorzieningen voor fietsers: zowel automobilisten als fietsers doen er nu langer over om hun bestemming te bereiken dan in 2000 – alleen zijn de reistijden voor automobilisten nog meer verslechterd dan die van fietsers. Bovendien hebben niet alleen automobilisten maar ook fietsers veel problemen met het parkeren van hun voertuig. Voor auto’s zijn de parkeerkosten sinds 2000 gestegen; die lagen in 2006 op het gemiddelde van de onderzochte steden. Van uitzonderlijk hoge tarieven is geen sprake; in Groningen bijvoorbeeld zijn de parkeerkosten voor auto’s 45% hoger dan in Maastricht. Het fietsparkeren in de stad is weliswaar gratis, maar werpt wel andere barrières op voor fietsers. Met name in het centrum, bij wijkwinkelcentra, en bij station Randwyck scoren de fietsparkeer­voorzieningen qua capaciteit en kwaliteit (bijvoorbeeld aanbindmogelijkheid, loopafstand tot bestemming) nog altijd beneden de maat volgens het onderzoek van de Fietsersbond.

Minpunten

Verslechterd ten opzichte van 2000 is zowel de gemiddelde snelheid van fietsende Maastrichtenaren als de hinder die zij ondervinden van de fietsinfrastructuur. Het blijkt dat vergeleken met stedelingen elders, Maastrichtse fietsers relatief vaak worden gedwongen om af te stappen (denk aan de fietsroute over de Hoeg brugk)of langzaam te rijden (hekjes, te smalle fietspaden). De wegdekkwaliteit in Maastricht scoort nog altijd ‘slecht’, niet alleen in het centrum maar ook elders in de stad, al is het gemiddelde voor de stad wel iets verbeterd ten opzichte van 2000. Zorgwekkend is daarbij de hoge frequentie van uitzonderlijk zware schokken die de meetfiets van de Fietsersbond heeft gemeten op zijn routes door de stad. Tenslotte kwalificeert de Fietsbalans-2 ook het gemeentelijk fietsbeleid als ‘slecht’, terwijl dat in 2000 nog als ‘goed’ werd aangemerkt. Dat het fietsbeleid achterloopt wordt in het rapport treffend geïllustreerd door het feit dat de ambtelijke (hoofd)fietsroutes onvoldoende samenvallen met de daadwerkelijk meestgebruikte fietsroutes in de stad. Het beleid zelf wordt volgens het onderzoek gekenmerkt door een te beperkt aantal concrete doelstellingen, onvoldoende geformuleerde kwaliteitseisen aan het fietsroutenetwerk en een te beperkte financiële verankering binnen het gemeentelijk beleid.

Al met al is het dan ook niet zo vreemd dat uit het onderzoek blijkt dat Maastrichtse fietsers ontevredener zijn dan in 2000: ‘slecht’ luidt het oordeel van de gemiddelde fietser over het fietsklimaat in Maastricht. De analyse van Maastrichts zwakke punten in de Fietsbalans-2 biedt voldoende aanknopingspunten voor het beleid om dit oordeel de komend jaar om te buigen. Als een van de belangrijkste suggesties doet het rapport de aanbeveling om snelle, kwaliteitsvolle fietsroutes door de autoluwe binnenstad aan te leggen en meer fietsdoorsteekjes tussen de wijken te realiseren. Hopelijk grijpt de gemeente de uitkomsten van het onderzoek aan om het in voorbereiding zijnde Fietsbeleidsplan aanzienlijk aan te scherpen.

Manuel Stoffers

Ook gepubliceerd in Fietsentére 70, augustus 2008

Opmerking van de webmaster: de metingen voor het onderzoek zijn verricht in het najaar 2006 en de onderzoeksresultaten hebben dus betrekking op de situatie van dat moment.