Direct naar inhoud
Fietsersbond Maastricht en Heuvelland

Fietspadenplan

Fietsgebruik stimuleren met goede fietspaden.

Een uitgangspunt van de aanpak volgens Duurzaam Veilig is om bij grote snelheidsverschillen of bij grote massaverschillen het verkeer te scheiden. In de praktijk betekent dat op wegen met hogere snelheden dan 30 km/uur en wegen met veel zwaar verkeer (vrachtauto’s of bussen) een vrijliggend fietspad als fietsvoorziening.

Het doel daarvan is niet alleen het voorkomen dat ernstige ongevallen gebeuren. Het is ook voor het veiligheidsgevoel: de ervaring van fietsers dat ze tegen gevaar worden en zijn beschermd.

Op een weg met gemengd profiel of fietsstroken moet de fietser maar hopen dat achteropkomend verkeer bij inhalen voldoende oplet. Onzekere, zwabberende fietsers hebben daar extra last van. De positie van fietsers wordt er nog een stuk zwakker als het donker wordt, bij neerslag en/of bij sneeuw en ijs: het zicht van automobilisten wordt veel minder, de fietsverlichting kan niet op tegen verblinding van weggebruikers door autoverlichting, markeringen en asfaltkleur zijn minder of niet zichtbaar en als fietsers vallen komen ze op de rijbaan terecht.

Het is onethisch om mensen onnodig bloot te stellen aan stresservaringen bij het gebruik van de openbare ruimte. En praktisch gezien is het bij een fietsstimulerend beleid maar beter dat mensen het fietsen niet eng maar fijn vinden. Fietspaden zullen daarbij positief verschil maken, niet alleen bij de meest drukke wegen, maar ook voor het fietsgebruik door kwetsbare groepen en onder moeilijkere omstandigheden als bij nacht en ontij.

Uit gegevens van de Fietsersbond uit 2017 blijkt dat Maastricht opvallend weinig vrijliggende fietspaden heeft. Maastricht had slechts 85 meter vrijliggend fietspad per hectare woonoppervlak. (Benchmark CE Delft, 2018). Bij een vergelijking van 30 grotere Nederlandse steden had alleen Heerlen nog minder vrijliggende fietspaden. Er zijn in Maastricht sindsdien helaas geen nieuwe fietspaden aangelegd.

In Maastricht rijden fietsers onnodig vaak over fietsstroken of vlak naast de rijbaan liggende fietspaden, dus ook als ruimte voor vrijliggende fietspaden aanwezig is. Het ombouwen naar vrijliggende fietspaden levert, als de weg druk is, een bijkomend voordeel op bij het oversteken: fietsers kunnen zich tussen fietspad en rijbaan opstellen, hebben dan goed zicht en hoeven niet in een keer de volledige breedte van de weg over te steken.

Als de gemeente een lijst vaststelt waarop de toekomst van alle wegen is aangeduid, kan er tijdig op die wensen worden ingespeeld.

Een plek op de lijst verdienen:

In 2022 heeft het CROW vanwege de toenemende drukte op fietspaden een hogere minimumbreedte als aanbeveling vastgesteld. Die is voortaan 2,30 meter voor een eenrichtingsfietspad. De Maastrichtse fietspaden voldoen daar niet aan. Bovendien wordt de bruikbare breedte vaak beperkt door opstaande randen of te lage bermen.

Gewenste effecten