Direct naar inhoud
Fietsersbond Maastricht en Heuvelland

Verkeersonveilige plekken voor fietsers in Maastricht

Algemene oorzaken van onveiligheid in Maastricht

Kenmerkend voor Maastricht is de compacte stad met vaak ondermaatse voorzieningen en opgehoopt verkeer. Door veel bezoekersverkeer is Maastricht drukker dan normaal bij deze bevolkingsomvang. Niet alleen bezoekers maar ook jaarlijks veel nieuwe inwoners moeten de stad leren kennen en soms ook het fietsen leren beheersen.

Uit de Fietsbalanssteekproef van 2006 bleek dat fietsers in Maastricht minder over vrijliggende fietspaden rijden dan gemiddeld in grote steden. Er zijn sindsdien helaas geen fietspaden bijgekomen. In Maastricht moeten fietsers dus vaker op dezelfde rijbaan rijden als gemotoriseerd verkeer (over fietsstroken of gemengd profiel in plaats van een fietspad). Tussenbermen ontbreken of zijn van minimale afmetingen. Fietspaden zijn vaak bromfietspaden. De veiligheidsvoorzieningen voor fietsers zijn daarmee een stuk lager dan die voor voetgangers die immers bijna in de hele stad over eigen domeinen in de vorm van verhoogde trottoirs en over voetgangersgebieden beschikken.

30 km-gebieden zijn vaak minimaal herkenbaar en worden onderbroken door grijze wegen. Erven (15 km/uur) worden weinig toegepast. Wat kruisingen betreft constateert de afdeling veel kleine rotondes met fietsstroken en enkele dubbelstrooksrotondes, deze typen zijn lastiger en onveiliger dan de standaardrotondes met fietspaden (die in Maastricht gelukkig wel ook worden toegepast).

Voorbeelden van kenmerkende onveilige situaties in Maastricht.

Dit is zeker geen volledige lijst. Reacties zijn welkom!

Verkeersonveilige gebieden

Het stadscentrum. Door veel activiteit in voor fietsers cruciale delen van het de binnenstad is het doorkruisen daarvan niet onproblematisch. Denk aan smalle straten met vrachtwagens, bussen en onoverzichtelijke situaties. Voorbeelden:

Dit beperkt vermoedelijk de leeftijd waarop ouders kinderen zelfstandig door het centrum laten fietsen terwijl dat voor allerlei voorzieningen wel wenselijk is. Ook valt te verwachten dat ouderen eerder afzien van het gebruik van de fiets. Dat is wat de Fietsersbond ook daadwerkelijk heeft gehoord in relatie tot de Brusselsestraat.

Bedrijventerrein Beatrixhaven wordt gekenmerkt door heel intensief zwaar vrachtverkeer, doorgaand autoverkeer, te weinig fietspaden, smalle tussenbermpjes. Het verkeer in de Beatrixhaven is in enkele jaren sterk toegenomen door de verbinding met de A2 en door intensievere benutting van de bedrijfskavels. Ook zijn er onveilige kruispunten. Voorbeelden:

De onveiligheid op dit bedrijventerrein is natuurlijk geen stimulans om daar met de fiets naar de werkplek te gaan. Dat treft honderden werknemers maar ook klanten. Zeker zo ernstig is dat over het bedrijventerrein onveilige en onaantrekkelijke doorgaande fietsroutes liggen, denk aan Maastricht-Bunde en Maastricht-Borgharen-Itteren vv.

Verkeersonveilige wegvakken

50 km wegen/straten zonder fietsvoorzieningen (grijze wegen) of met smalle fietsstroken en vaak met langsparkeren. Hieronder vallen ook busroutes. Voorbeelden:

Tweerichtingsfietspaden en sommige eenrichtingsfietspaden met brommers:

Straten met veel aanliggende bestemmingen (winkels, diensten) die tegelijk een drukke verkeersader zijn met langsparkeren (vaak 50 km straten).

Obstakels in de rijlijn:

Denkend aan een individuele fietser onder doorsnee omstandigheden liggen ongevallen met obstakels niet zo voor de hand. Voor fietsers die dicht achter een ander fietsen (groepen, stellen), met natte brillenglazen of een zichtbeperking of wanneer het verkeer in de omgeving aandacht vraagt (heel normaal bij een kruispunt) kan de klap heel hard aankomen. Dodelijk zelfs.

Verkeersonveilige oversteekplaatsen, kruispunten of rotondes:

Oversteekplaatsen op wegen met hard rijdend verkeer, (50 km/wegen en zeker bij 70 en 80 km/uur-wegen, ook bij wegen of straten met veel snelheidsovertreders), met dubbele stroken of een groot aantal rijbanen. Hierbij is nodig te beseffen dat de wettelijke snelheid vaak niet de veilige snelheid is bij een confrontatie. Bij hogere snelheden moeten de wegen dan ook navenant worden ingericht maar dat is in werkelijkheid niet altijd het geval. Voorbeelden:

Onoverzichtelijke, te grote of juist te kleine kruispunten:

Kruispunten met rechtsafslaand (vracht)verkeer.

Drukke wegen waar fietsers vanaf fietsstroken linksaf moeten slaan en dus niet veilig kunnen stilstaan (en links kunnen worden gepasseerd door andere fietsers en auto’s, een groot nadeel van fietsstroken op drukke wegen):

Vanaf fietsstroken linksaf slaan is vooral lastig voor onbedreven fietsers en ouderen omdat omgekeken moet worden tijdens het fietsen en stoppen niet goed mogelijk is.

Het overzicht van deze voorbeelden maakt duidelijk dat er voor fietsveiligheid heel wat te doen valt in Maastricht. De gemeente doet wel iets maar het gaat langzaam.