“Wilt u afstappen mijnheer?”
De man was stomverbaasd. Zoals anders fietste hij van huis richting Markt. Daarbij passeert hij het Vrijthof, voorlangs de café’s.
Zei die handhaver afstappen? Magisch, er stond opeens een hek met bordje ‘fietsers afstappen’. Mijn kennis werd woedend. Dit is toch de rijbaan? Dit is toch de plek waar ik juist wél door het centrum mag fietsen? Met welk recht wordt daar een einde aan gemaakt?
De vraag is: hoe uitnodigend is het centrum voor fietsers?
Het had ook André Rieu op het Vrijthof kunnen zijn of misschien het Preuvenemint. Een bierfestival of een straatmarkt. Het had ook de Stenenwal kunnen zijn, de Cortenstraat, de Kesselskade, de Hoenderstraat, het Onze Lieve Vrouweplein of de Wycker Brugstraat. Ga je je met hulp van de bel er doorheen drukken? Of wordt het schuifelen met de fiets aan de hand? Zo heel welkom is de fietser niet, in ons centrum.
Al vele jaren neemt het aantal toeristen toe in Maastricht. De stad investeert in stadsmarketing, met de bedoeling dat er meer toeristen komen. Evenementen moeten het hele jaar door toeristen naar de stad lokken. In het centrum neemt de verblijfsruimte en het commercieel ruimtegebruik toe, ten koste van de ruimte voor mobiliteit. Trottoirs worden omgezet in terras. Als er geen voetgangers over de rijbaan schuifelen dan staan er wel leveranciers, werkbusjes of afvalbakken. Hartje centrum is al 50 jaar voetgangersgebied, maar ook daaromheen moeten fietsers zich steeds vaker aanpassen door afnemende vrije ruimte.
De realiteit anno 2024 is dat het moeilijker fietsen wordt op de routes door het centrum.
We kunnen niet om de vraag heen hoe de fietstoekomst van het centrum er uitziet en wat dat betekent voor het fietsgebruik en voor het hele stedelijke fietsnetwerk.
En bovenal is de vraag hoe we met deze bedreigende ontwikkelingen moeten omgaan.
